Een kamp met Syrische vluchtelingen net over de grens in Turkije is maandag vanuit Syrië beschoten. Daarbij zijn volgens Syrische activisten een dode en vier gewonden gevallen.

Turkije heeft onmiddellijk de Syrische zaakgelastigde in Ankara ontboden en geëist dat de beschieting van het kamp bij Kilis in de provincie Gaziantep werd gestaakt.

Het is de eerste keer dat een vluchtelingenkamp is beschoten sinds Turkije afgelopen zomer vluchtelingen begon op te vangen.

Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten zei dat het incident rond 04.00 uur plaatselijke tijd begon toen oppositiestrijders Syrische troepen aanvielen bij de grensovergang Salameh. Er ontstond een langdurig vuurgevecht, waarin verscheidene regeringssoldaten werden gedood, zei woordvoerder Rami Abdul-Rahman.

De strijd verplaatste zich naar Turkije toen acht gewonde opstandelingen uitweken naar het vluchtelingenkamp en Syrische troepen hen bleven beschieten. In het kamp raakten vijf mensen gewond, van wie er een later overleed, zei Abdul-Rahman.

Turkije heeft het sterfgeval niet bevestigd. Volgens de gouverneur van Gaziantep, Yusuf Odabas, waren onder de gewonden drie Syriërs, een Turkse tolk en een Turkse politieman. Odabas zei verder dat twee van de dertien Syriërs die bij de gevechten in Syrië gewond waren geraakt en voor behandeling naar Kilis waren gebracht, daar zijn bezweken.

Turkije huisvest momenteel ongeveer 24 duizend Syrische vluchtelingen, onder wie enkele honderden gedeserteerde militairen. Het heeft de instelling van een bufferzone aan de Syrische kant van de grens geopperd als de toestroom van ontheemden te groot wordt.

Delen van het Turkse grensgebied met Syrië zijn veranderd in informele logistieke bases voor Syrische opstandelingen, die er voedsel en andere voorraden verzamelen om deze naar Syrië te smokkelen. Volgens het Turkse ministerie van buitenlandse zaken komt Kofi Annan, de gezant voor Syrië van de Verenigde Naties en de Arabische Liga, dinsdag voor een kort bezoek naar een van de vluchtelingenkampen in Turkije om de situatie te bekijken.

Volgens een door Annan opgesteld plan moeten Syrische regeringsstrijdkrachten dinsdag uit bevolkingscentra worden teruggetrokken. De Syrische regering liet zondag echter weten dat dit alleen zal gebeuren na schriftelijke garanties van de oppositie dat zij hun wapens zullen neerleggen. Volgens de Turkse onderminister van buitenlandse zaken Naci Koru is de deadline hiermee op losse schroeven komen te staan.

De Turkse premier Recep Tayyip Erdogan zal naar verwachting de toestand in Syrië aansnijden in besprekingen met Chinese leiders in Beijing. Erdogan is een van de felste critici van de Syrische president Bashar Assad, die door China en Rusland in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties de hand boven het hoofd is gehouden. “Hoewel wij het niet volledig met elkaar eens zijn, vinden wij wel dat wij een constructieve rol moeten vervullen”, zei een Chinese woordvoerder. Hij zei dat China wil dat het geweld onmiddellijk ophoudt en hoopt dat de internationale gemeenschap Annan meer tijd zal gunnen om zijn plan ten uitvoer te brengen. “Voor een definitieve oplossing denken wij dat alle partijen met elkaar om de tafel moeten.”

09 april 2012, 14:05
©novum