Bij vijftien kinderen in Den Haag en Rotterdam zijn signalen gevonden van fysieke mishandeling tijdens niet-formeel koranonderwijs. Dat blijkt uit een rapport van GGD Nederland. Hoewel de onderzoekers niets willen afdoen aan de ernst van deze gevallen, concluderen ze ook dat kinderen in hun sociale leefomgeving niet op grote schaal worden mishandeld.
De GGD begon het onderzoek vorig jaar januari naar aanleiding van verontrustende signalen van kindermishandeling in Den Haag, eind 2008. Om te inventariseren of daar ook elders sprake van was, werd besloten om ook in Rotterdam en Eindhoven een inventariserend onderzoek uit te voeren.
In totaal werd bij bijna 3500 kinderen van 9 en 10 jaar oud systematisch navraag gedaan naar situaties van onveiligheid buiten de thuis- en schoolsituatie. In Den Haag werden twaalf, in Rotterdam vijf signalen geregistreerd van vormen van kindermishandeling bij informeel koranonderwijs. In Rotterdam zijn daarnaast twee signalen over karateles geregistreerd. In bijna alle gevallen ging het om lichamelijke mishandeling. In Eindhoven bleef de teller op nul staan.
Minister voor Integratie Gerd Leers (CDA) en staatssecretaris van Volksgezondheid en Welzijn Marlies Veldhuijzen van Zanten (CDA) hebben het rapport woensdag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Zij wijzen erop dat geweld in afhankelijkheidsrelaties wordt bestreden via een vierjarig actieplan, waarin ook aandacht is voor het doorbreken van ‘intergenerationele overdracht’. In het actieplan staat ook dat de verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling wordt ingevoerd, die richtlijnen biedt over hoe te handelen bij signalen van kindermishandeling.
30 mei 2012, 18:38
© Novum