‘Vernieuwende scholen scoren slechter’

Leerlingen van scholen die bezig zijn met vernieuwend onderwijs scoren bij het eindexamen stukken slechter dan leerlingen op andere scholen. Het percentage dat uiteindelijk slaagt, wijkt weinig af van het gemiddelde, maar dat komt waarschijnlijk vooral door de hogere scores bij de examens die de school zelf afneemt. Dat concludeert Trouw zaterdag uit een jaarlijks onderzoek naar de resultaten op middelbare scholen.

De krant onderzocht acht scholen die de methode van het zogeheten Nieuwe Leren volgen. De scholen noemen het zelf niet meer zo, maar ze geven hun leerlingen net als bij het Nieuwe Leren veel gelegenheid om hun eigen nieuwsgierigheid te volgen. Meestal hebben deze scholen een havo- en een vwo-afdeling en vaak ook de theoretische leerweg van het vmbo.

Van de zestien afdelingen die de scholen samen hebben, kregen er maar drie een 6. De onderzoekers, beleidssocioloog Stan van Alphen en hoogleraar onderwijsprestaties Jaap Dronkers, gaven de rest een 5 of lager.

Als voorbeeld noemt de krant de Nieuwste School in Tilburg en Impulse in Leeuwarden. Op beide scholen bleef het gemiddeld eindexamencijfer van de geslaagden in acht vakken onder de zes steken. Door de hoge cijfers die de andere examens de school zelf afneemt, stonden ze gemiddeld toch voldoende. Ook slaagden veel leerlingen met hakken over de sloot doordat een 5,5 naar boven wordt afgerond.

Het platform voor vernieuwingsscholen Pleion stelt in de krant dat het eindexamen maar ‘één parameter’ is. Een woordvoerder wijst erop dat leerlingen van deze scholen beter scoren op oplossingsgerichtheid en creativiteit. Daarbij zouden de scholen ook beter presteren bij onderzoeken naar tevredenheid van scholieren en ouders.

(Novum)