Vorig jaar zijn in Nederland 165 mensen om het leven gebracht, zeven meer dan een jaar eerder. Het ging om 111 mannen en 54 vrouwen, blijkt maandag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Van de mannelijke slachtoffers van moord en doodslag werd 35 procent met een vuurwapen gedood. Onder de vrouwelijke slachtoffers waren dit er met zestien procent veel minder. Van zowel mannelijke als vrouwelijke slachtoffers werd een derde met een steekwapen omgebracht. Vrouwen kwamen vaker door verwurging en verstikking om het leven dan mannen.
De afgelopen vijftien jaar zijn in Nederland 3058 mensen om het leven gebracht. Hiervan waren 2600 inwoners van Nederland, de rest woonde in het buitenland. Van de 2600 Nederlandse ingezetenen die tussen 1997 en vorig jaar slachtoffer werden van moord of doodslag was 45 procent allochtoon.
De sterfte door moord en doodslag bij mannen van niet-westerse afkomst is gemiddeld zes keer hoger dan bij autochtonen. Bij mannen van Antilliaanse en Arubaanse afkomst is het risico slachtoffer te worden veertien keer hoger dan bij autochtonen.
Tussen 1997 en 2005 vielen gemiddeld 229 slachtoffers per jaar. De laatste zes jaar ligt het gemiddelde met 167 slachtoffers lager en redelijk stabiel.
In Amsterdam vallen relatief de meeste slachtoffers: bijna drie op de duizend personen in de afgelopen vijf jaar. Ook in Rotterdam en Den Haag is dit aandeel hoger dan gemiddeld. Het moordcijfer in deze drie grote steden samen is gemiddeld ruim drie keer hoger dan in de rest van het land.
19 november 2012, 09:54
©Demet TV